Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], De [10]bergen sprongen als rammen, de heuvelen [11]als lammeren. 10. Versta hier, de bergen Sinai, Horeb en andere in de woestijn, die gesidderd en gebeefd en zich bewogen hebben, vanwege de tegenwoordigheid, van God, als Hij zijne wet gaf; Ex.19:18; hfdst.68 vs.9; Hab.3:6,10. 11. Hebr. gelijk zonen der schapen, of geiten, dat zijn lammeren. Zie ook hfdst.29 vs.6.